Translation of "Lang" in Dutch

- Seine Haare sind lang.
- Sein Haar ist lang.

Zijn haar is lang.

- Das ist zu lang.
- Dies ist zu lang.

Dit is te lang.

Einige Sekunden lang

om eenvoudigweg te genieten

- Es war achtzig Meter lang.
- Sie war achtzig Meter lang.
- Er war achtzig Meter lang.

Het was tachtig meter lang.

- Ihre Haare sind zu lang.
- Deine Haare sind zu lang.
- Dein Haar ist zu lang.

- Jouw haar is te lang.
- Uw haar is te lang.
- Jullie haar is te lang.

- Die Hose ist zu lang.
- Diese Hose ist zu lang.

Deze broek is te lang.

Lang lebe die Königin!

Lang leve de koningin!

- Hier lang.
- Hier entlang.

Deze kant op.

Sein Haar ist lang.

Zijn haar is lang.

Der Strom ist lang.

De rivier is lang.

Der Weg ist lang.

De weg is lang.

Ihre Haare sind lang.

Haar haar is lang.

Carols Kleid ist lang.

Carols jurk is lang.

Es ist zu lang.

Het is te lang.

Ihr Kleid ist lang.

- Haar kleed is lang.
- Haar jurk is lang.

- Es schneite vier Tage lang.
- Es hat vier Tage lang geschneit.

Het sneeuwde gedurende vier dagen.

Eine geht in diese Richtung, eine da lang, eine andere da lang.

De ene loopt hierheen, de andere daarheen. Hier nog een.

- Ihre Haare sind lang und wunderschön.
- Seine Haare sind lang und wunderschön.

Zijn haar is lang en prachtig.

Jedes ungefähr 400 Meilen lang,

elk ongeveer 600 km breed,

Lang wie ein menschlicher Unterarm.

...zo groot als je onderarm.

Es regnete fünf Tage lang.

Het regende vijf dagen na elkaar.

Wie lang ist das her?

Hoelang geleden was dat?

Es war achtzig Meter lang.

Het was tachtig meter lang.

Seine Vorlesungen sind sehr lang.

Zijn lezingen duren heel lang.

Es war acht Meter lang.

Het was acht meter lang.

Zum Kunstmuseum geht's hier lang?

Is het kunstmuseum hier in de buurt?

Wie lang ist dieser Bleistift?

Hoe lang is dit potlood?

Es regnete eine Woche lang.

Het regende een week lang.

Er zögerte einen Moment lang.

Hij twijfelde even.

Mein Rock ist zu lang.

Mijn rok is te lang.

Wie lang ist diese Brücke?

Hoe lang is die brug?

Wie lang haben wir noch?

Hoelang hebben we nog?

Wie lang ist die Brücke?

Hoe lang is de brug?

Schon lang nicht mehr gesehen!

- Het is lang geleden.
- Het is een tijdje geleden.

Diese Hose ist zu lang.

Deze broek is te lang.

- Sie blieb ihr ganzes Leben lang ledig.
- Sie blieb ihr Leben lang allein.

Ze bleef heel haar leven vrijgezel.

- Das Ticket gilt eine Woche lang.
- Das Ticket ist eine Woche lang gültig.

De kaart is een week geldig.

Er wird über 30 Zentimeter lang

Met een lengte van tot 30 centimeter...

Ein Monster. Über 30 cm lang.

Een monster... ...langer dan 30 centimeter.

Wie lang ist die Rainbow Bridge?

Hoe lang is de Rainbow Bridge?

Meine Haare sind zu lang geworden.

Mijn haar is te lang geworden.

Sie gab dreißig Jahre lang Musikunterricht.

Ze heeft dertig jaar lang muziekles gegeven.

Sie blieb ihr Leben lang allein.

Ze bleef heel haar leven vrijgezel.

Ihre Haare sind lang und wunderschön.

Haar haar is lang en prachtig.

Wie lang werden Sie hier bleiben?

Hoelang gaat u hier blijven?

Ich habe eine Stunde lang gelernt.

Ik heb een uur gestudeerd.

Es hat eine Woche lang geschneit.

Het was al de hele week aan het sneeuwen.

Wie lang tragen Sie schon Kontaktlinsen?

Hoe lang heb je al contactlenzen?

Hier wohnte ich dreißig Jahre lang.

Ik heb hier dertig jaar lang gewoond.

Unser polnischer Fluss Weichsel ist lang.

Onze Poolse rivier, de Wijssel, is lang.

Sie hat eine Stunde lang geredet.

Hij is al een uur aan het spreken.

Dieser Fluss ist zweihundert Kilometer lang.

Deze rivier is tweehonderd kilometer lang.

- Die Kunst ist lang, das Leben ist kurz.
- Die Kunst ist lang, das Leben kurz.

- De kunst is lang, het leven is kort.
- De wetenschap is lang, het leven is kort.

- Ich habe eine Zeit lang in Boston gewohnt.
- Ich habe eine Zeit lang in Boston gelebt.

Ik heb een tijdje in Boston gewoond.

Ich hoffe, das Seil ist lang genug.

Ik hoop dat het touw lang genoeg is.

Ich habe fünf Jahre lang Englisch studiert.

Ik heb vijf jaar Engels gestudeerd.

Lincolns Eltern waren ihr Leben lang arm.

Lincolns ouders bleven hun hele leven arm.

Das Brett ist etwa zwei Meter lang.

De plank is ongeveer twee meter lang.

Ich habe ihn einen Augenblick lang gesehen.

Ik zag hem maar heel even.

Ich habe zwei Tage lang nicht geschlafen.

Ik heb twee dagen niet geslapen.

Wir sind drei Monate lang dort geblieben.

We zijn daar drie maanden gebleven.

Er redete zehn Minuten lang ohne Unterbrechung.

Hij sprak tien minuten zonder onderbreking.

Wir haben zwei Jahre lang Chinesisch gelernt.

We studeerden twee jaar lang Chinees.

Es hat ungefähr eine Woche lang geregnet.

Het heeft ongeveer een week geregend.