1. Home
  2. Translation in context
  3. German-Dutch
  4. Krankenpfleger

Translation of "Krankenpfleger" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Krankenpfleger" in a sentence and their dutch translations:

Er ist nicht Arzt, sondern Krankenpfleger.

Hij is geen dokter, maar een verpleger.

Er arbeitet als Krankenpfleger im hiesigen Krankenhaus.

Hij werkt als verpleger in het lokale ziekenhuis.

- Warum möchtest du Krankenschwester werden?
- Warum möchtest du Krankenpfleger werden?

Waarom wil je verpleger worden?

- Warum willst du Krankenschwester werden?
- Warum möchtest du Krankenschwester werden?
- Warum möchtest du Krankenpfleger werden?

- Waarom wil je verpleegster worden?
- Waarom wil je verpleger worden?