Translation of "Wiederholen" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Wiederholen" in a sentence and their dutch translations:

- Könntest du das wiederholen?
- Könntet ihr das wiederholen?
- Könnten Sie das wiederholen?
- Könnt ihr das wiederholen?

- Zou je dat kunnen herhalen?
- Zou u dat kunnen herhalen?
- Zouden jullie dat kunnen herhalen?

- Könnten Sie das bitte wiederholen?
- Könntest du das bitte wiederholen?

Kunt u dat herhalen, alstublieft?

- Könnten Sie das bitte wiederholen?
- Könntet ihr das bitte wiederholen?

- Kunt ge dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen, alstublieft?

Kannst du das wiederholen?

- Kan je dat nog eens zeggen?
- Kunt u dat nog eens zeggen?
- Kan je dat herhalen?
- Zouden jullie dat kunnen herhalen?

Willst du das wiederholen?

Wil je dat herhalen?

Könntest du das wiederholen?

Zou je dat kunnen herhalen?

Könnten Sie das wiederholen?

- Kunt u dat herhalen?
- Nog een keer alstublieft.

Können Sie das wiederholen?

Kunt u dat herhalen?

Könnt ihr das wiederholen?

Kunnen jullie dat herhalen?

Könntet ihr das wiederholen?

Zouden jullie dat kunnen herhalen?

Das darf sich nicht wiederholen!

Het mag niet nog eens gebeuren!

Soll ich die Frage wiederholen?

Heb je graag dat ik de vraag herhaal?

Könnten Sie das bitte wiederholen?

Kunt u dat herhalen, alstublieft?

Kannst du das bitte wiederholen?

- Kunt ge dat herhalen?
- Kan je dat herhalen, alsjeblieft?

Wie oft muss ich das wiederholen?

- Hoe vaak moet ik het nog herhalen?
- Hoeveel keer moet ik het herhalen?

wiederholen immer die gleichen wissenschaftlich klingenden Phrasen.

met dezelfde wetenschapperig klinkende mythen.

Den Fehler werde ich gewiss nie wiederholen!

Ik zal die fout nooit meer maken.

Die Geschichte neigt dazu, sich zu wiederholen.

De geschiedenis heeft de neiging zich te herhalen.

- Wiederhole es!
- Wiederholen Sie es
- Wiederholt es!

Herhaal het.

- Könnten Sie das bitte wiederholen?
- Könnten Sie das bitte noch einmal sagen?
- Kannst du das bitte noch einmal sagen?
- Kannst du das bitte wiederholen?
- Könntest du das bitte wiederholen?

- Kunt ge dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen, alstublieft?

Diesen Effekt wollten wir in den sozialen Medien wiederholen.

En dat effect wilden we ook op onze social media-pagina's hebben.

Damit sich die Leuchtkäfer-Show nächstes Jahr wiederholen kann.

...zodat de show van de blue ghosts volgend jaar terugkeert.

Was haben Sie gesagt? Könnten Sie es bitte wiederholen?

- Wat zei je? Kan je het nog een keer zeggen?
- Wat zei u? Kunt u het nog een keer zeggen?

Das ist das Wichtigste, daher möchte ich es wiederholen.

Dat is het belangrijkste en dat wil ik nog eens herhalen:

Haben Sie daran gedacht, die erste Lektion zu wiederholen?

Heb jullie erover nagedacht de eerste les te herzien?

- Kannst du das wiederholen?
- Kannst du das noch einmal sagen?

- Zou je dat kunnen herhalen?
- Kun jij dit herhalen?

- Kannst du das noch einmal sagen?
- Können Sie das wiederholen?

- Kan je dat nog eens zeggen?
- Kunt u dat nog eens zeggen?
- Kan je dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen?
- Kun je dat alsjeblieft nog eens zeggen?

- Kannst du das noch einmal sagen?
- Könnten Sie das wiederholen?

- Kan je dat nog eens zeggen?
- Kunt u dat nog eens zeggen?
- Kan je dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen?

Dies ist einer der Gründe, deretwegen ich das nie wiederholen werde.

Dat is één van de redenen waarom ik het nooit weer zal doen.

Ich habe zehn Tage, um die gesamte französische Grammatik zu wiederholen.

Ik heb tien dagen om alle Franse grammatica te herhalen.

Wie viele Male muss ich wiederholen, dass sie nicht meine Freundin ist?

Hoe vaak moet ik nog herhalen dat ze mijn vriendin niet is?

- Könnten Sie das bitte wiederholen?
- Könnten Sie das bitte noch einmal sagen?

- Kunt ge dat herhalen?
- Kunt u dat herhalen, alstublieft?

Ich habe mich gefreut, mal wieder mit dir zu sprechen. Lass uns das bald wiederholen!

Ik was blij dat we sinds een lange tijd weer eens hebben kunnen praten. Laten we weer eens praten.

- Könnten Sie das bitte noch einmal sagen?
- Kannst du das bitte noch einmal sagen?
- Kannst du das bitte wiederholen?

Kunt ge dat herhalen?

- Dies ist einer der Gründe, deretwegen ich das nie wiederholen werde.
- Dies ist ein Grund, weswegen ich das niemals wieder tun werde.

- Dat is één reden waarom ik het nooit meer opnieuw zal doen.
- Dat is één van de redenen waarom ik het nooit weer zal doen.