Translation of "Hallo" in Dutch

0.025 sec.

Examples of using "Hallo" in a sentence and their dutch translations:

- Hallo zusammen!
- Hallo, alle zusammen!
- Hallo, Leute!

Hallo, iedereen!

- Hallo, Tom.
- Hallo, Tom!

- Hallo, Tom.
- Hallo, Tom!

- Hallo zusammen!
- Hallo zusammen.

- Hallo allemaal!
- Hallo, iedereen!

- Hallo Hübsche!
- Hallo, Hübsche!

- Hé stuk!
- Hallo schoonheid!

- Hallo zusammen!
- Hallo, alle zusammen!
- Ein Hallo an alle!
- Hallo zusammen.

- Hallo allemaal!
- Hallo, iedereen!

- Hallo zusammen!
- Hallo, alle zusammen!
- Hallo, alle miteinander!

- Hallo allemaal!
- Hallo, iedereen!

Hallo.

Hallo.

Hallo!

Hallo.

Hallo?

Hallo?

- Hallo zusammen!
- Hallo, alle zusammen!

- Hallo allemaal!
- Hallo, iedereen!

(Publikum) Hallo.

(Publiek) Hallo.

Hallo, Namaskar!

Hallo, Namaskar!

Hallo Khumbu!

Hallo Khumbu.

Hallo Welt!

Hallo wereld.

Hallo Gombe.

Hallo Gombe.

Hallo Welt.

Hallo wereld.

Hallo Pyramiden.

Hallo piramiden.

Hallo Venedig!

Hallo Venetië!

Hallo, Welt!

Hallo wereld!

Hallo, Freund!

Hallo, vriend!

Hallo, Mädels!

- Hallo meiden.
- Hallo, meisjes!

Hallo, Tom.

Hallo, Tom.

Nochmals hallo!

- Nogmaals hallo.
- Hallo, alweer.

Sag Hallo.

Zeg hallo.

Hallo zusammen.

Hallo, iedereen.

Hallo Papi.

Hallo papa!

Hallo, Chicago!

Hallo, Chicago!

Hallo, Hanako.

Hallo, Hanako.

Hallo Lisa!

- Hallo, Lisa!
- Dag, Lisa!
- Hoi, Lisa!

- Hallo!
- Servus!

- Hoi.
- Dag!
- Hallo!
- Hai!

Hallo, Tom!

Hallo, Tom.

- Hallo!
- Moin!

- Hallo.
- Hoi.
- Dag!
- Hallo!
- Hé!
- Hai!
- Groeten!
- Goedendag.

Hallo zusammen!

- Hallo allemaal!
- Hallo, iedereen!

Hallo, Hübsche!

Hé stuk!

Hallo, Maria!

Hallo, Maria.

Hallo! Minghui.

Hallo! Minghui.

- Hallo! Wie geht’s?
- Hallo! Wie geht es dir?

Hé, hoe gaat het met je?

Sagst du Hallo?

Kom je hoi zeggen?

Hallo, alle miteinander!

- Hallo allemaal!
- Hallo, iedereen!

Hallo! Wie geht’s?

- Hé, hoe gaat het met je?
- Hoi, hoe gaat het?

Hallo! Guten Morgen!

Hallo! Goedemorgen!

Hallo, alter Freund!

Goedendag, schat.

Hallo, mein Schatz.

Hoi, schatje.

Hallo, komm rein.

Hoi, kom binnen.

Hallo. Ogawa spricht!

Hallo. Hier spreekt Ogawa.

Hallo, alle zusammen.

Hallo iedereen.

Hallo an alle.

- Hoi allemaal.
- Hallo iedereen.

Hallo, wie geht's?

Hoi, hoe gaat het?

Hallo, alter Knabe!

Hallo, ouwe makker!