Examples of using "Hafen" in a sentence and their dutch translations:
Er zijn veel jachten in de haven.
De haven is ijsvrij.
We zagen veel schepen in de haven.
De schepen bereikten de haven.
Het schip ligt in de haven.
Hamburg is de grootste haven van Duitsland en de derde grootste haven van Europa.
Kobe is beroemd om zijn haven.
Het schip is nu in de haven.
Ons schip naderde de haven.
We zagen veel schepen in de haven.
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Vroeger reden ze naar de Haven van Nagoya voor het weekend.
Eerst bereikte hij de Spaanse haven Valparaíso, waar hij Chileense wijn en goud meepakte.
Vanwege de storm kon het schip de haven niet verlaten.