Examples of using "Haaren" in a sentence and their dutch translations:
Er zit iets in jouw haar.
Je ziet er goed uit met je korte haar.
Tom trok aan mijn haar.
Die jurk past mooi bij haar rode haren.
Maria is een mooie meid met blond haar en blauwe ogen.
Mijn haarspeld is te zwaar, hij glijdt de hele tijd uit mijn haar.
Elke keer als ze met elkaar praten, zitten ze elkaar in de haren.
Er zit iets in jouw haar.
Dit lijkt absurd, maar is een echt probleem.