Examples of using "Häusern" in a sentence and their dutch translations:
- Tussen onze huizen is er een lange weg.
- Tussen onze huizen is het een lange weg.
...om naar beestjes te zoeken, in gebouwen...
...die bijna dagelijks bij huizen... ...dorpen en scholen verschijnen.
Woonblokken van vijf verdiepingen hebben geen lift.
We zagen een glad zilveren schijfje over de huizen zweven.
De mensen kwamen uit hun huizen naar buiten om naar zijn muziek te luisteren.