Examples of using "Füße" in a sentence and their dutch translations:
- Was uw voeten.
- Was je voeten.
- Was uw voeten.
- Was je voeten.
Was je voeten.
Mijn voeten doen pijn.
Was je voeten.
Voeten van de tafel!
Was je voeten.
Ik waste mijn voeten.
Mijn voeten doen pijn.
Hij heeft kleine voeten.
Zijn voeten sliepen.
Mijn voeten zijn bevroren.
Zij heeft kleine voeten.
Was je voeten.
Ik waste mijn voeten.
Ik waste mijn voeten.
De kinderen wasten hun voeten.
Ook smurfen hebben maar twee voeten.
Er zit geen kop of staart aan.
en zet je voeten plat op de vloer
Brede, harige voeten glijden over de diepste sneeuw.
De kinderen wasten hun voeten.
- Ik heb koud aan de voeten.
- Mijn voeten zijn bevroren.
Mijn voeten doen pijn.