Examples of using "Begriff" in a sentence and their dutch translations:
Dat is wat de term ‘kleine boer’ betekent.
De trein stond op het punt te vertrekken.
Hij stond op het punt te gaan spreken.
Dan pas besefte ik wat hij had willen zeggen.
Hij staat op het punt naar Londen te vertrekken.
Ik was de draad helemaal kwijt, mijn gedachten ontspoorden steeds.
Tom stond op het punt het belangrijkste telefoontje van zijn leven te plegen.
Ik sta op het punt, een heel belangrijk telefoongesprek te voeren.
Het begrip pleinangst wordt door leken in de psychologie dikwijls verkeerd begrepen en gelijkgesteld aan claustrofobie.
Honger was voor hem een abstract begrip; hij had altijd genoeg te eten.
De term "panseksueel" is onlangs een populair alternatief voor "biseksueel" geworden.
Je hebt er geen idee van wat je gemist hebt.
Ik had wat tijd nodig om te begrijpen wat ze probeerde te zeggen.
Je kun het begrip "vrijheid" niet goed definiëren, omdat het in de loop van de geschiedenis zoveel verschillende tinten en nuances heeft aangenomen.