Examples of using "Aufzuhören" in a sentence and their dutch translations:
Hij eet aan één stuk door.
- Hij besliste te stoppen met roken.
- Hij besloot te stoppen met roken.
Bob probeert dikwijls te stoppen met roken.
Hij probeert op te houden met roken.
Hij besloot te stoppen met roken.
Mijn vader probeert te stoppen met drinken.
Bob probeert dikwijls te stoppen met roken.
Zijn dokter raadde hem aan te stoppen met roken.
Ze raadde hem aan niet meer zo veel te werken.
Mijn broer heeft mij aangeraden met roken te stoppen.
De arts raadde hem aan met roken te stoppen.
Ze was door hem aangeraden om te stoppen met roken.
Ik vroeg hem om op te houden met praten maar hij bleef doorgaan.
- De dokter spoorde de patiënt aan om met het roken te stoppen.
- De dokter spoorde de patiënt aan om te stoppen met het roken.
Tom kon niet stoppen met roken.