Translation of "Aspirin" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Aspirin" in a sentence and their dutch translations:

- Nimm Aspirin.
- Nehmt Aspirin.
- Nehmen Sie Aspirin.

Neem een aspirientje.

Woraus besteht Aspirin?

- Waar bestaat aspirine uit?
- Waaruit bestaat aspirine?

Nimm zwei Aspirin.

Neem twee aspirines.

Nimm eine Aspirin.

Neem wat aspirine.

Nehmen Sie dieses Aspirin.

- Neem dit aspirientje.
- Neem deze aspirine.

Ich hätte gern Aspirin.

Ik wil aspirine kopen.

Ich habe Kopfweh. Vielleicht sollte ich Aspirin nehmen.

Ik heb hoofdpijn. Misschien moet ik een aspirine nemen.