Examples of using "Appetit" in a sentence and their dutch translations:
- Eet smakelijk!
- Eet smakelijk.
Eet smakelijk.
Eet smakelijk.
- Eet smakelijk!
- Eet smakelijk.
- Eet smakelijk!
- Eet smakelijk.
- Ik heb geen trek.
- Ik heb geen eetlust.
Ik heb weinig eetlust.
Heb je geen trek?
Ik had erge trek.
Tijdens het eten komt de eetlust.
Vandaag heb ik een goede eetlust.
Ik heb mogen genieten van een gezonde eetlust,
- Het is jouw schuld dat ik mijn eetlust kwijt ben.
- Dankzij jou heb ik mijn eetlust verloren.
- Dankzij u heb ik geen trek meer.
Ik wil graag iets eten dat niet zoet is.
De geur van haar eten deed iedereen trek krijgen.
Ze voedt haar kalfje nog... ...en met zelf ook een enorme eetlust...
- Heb je geen trek?
- Heb je geen honger?
Met drie grote eetlusten om te stillen... ...krijgt ze het nog lastig.
- Eet smakelijk!
- Eet smakelijk.
De geur van haar eten deed iedereen goesting krijgen.