Examples of using "Kaum" in a sentence and their dutch translations:
- Ik kan je amper verstaan.
- Ik kan u nauwelijks horen.
Hij werkt nauwelijks.
- Ik kon het nauwelijks zien.
- Ik kon het met moeite zien.
- Ik kan het moeilijk geloven.
- Ik kan het nauwelijks geloven.
Het is moeilijk te geloven.
We kennen ze amper.
Vanaf het moment dat ze tevoorschijn komen...
Tom spreekt nauwelijks Frans.
Hij kan nauwelijks lezen.
Ze spreekt nauwelijks Japans.
Ik kan amper wandelen.
Ze spreekt nauwelijks Engels.
Ze at nauwelijks iets.
Ik heb weinig eetlust.
Tom kan nauwelijks ademen.
Hij kon nauwelijks spreken.
Monica had amper geleerd.
Tom kan nauwelijks lezen.
Ik kende haar nauwelijks.
Ze krijgen maar net het minimumloon betaald.
De gewonde soldaat kon amper lopen.
Weinig ontgaat het surveillancesysteem van de vogelspin.
Onze ogen hebben er moeite mee.
De olifanten kunnen amper zien.
Ik heb nu nauwelijks geld.
Ik kan u nauwelijks horen.
Ik kan niet wachten.
Ik kan het nauwelijks geloven.
Ze heeft 's middags nauwelijks gegeten.
- Ik kon het nauwelijks zien.
- Ik kon het met moeite zien.
Ik kon hem nauwelijks begrijpen.
Het verschil is nauwelijks te meten.
Ik voel de pijn nauwelijks meer.
Ik kan mezelf nauwelijks onder controle houden.
Ik heb nauwelijks iets gezien.
Ongelooflijk, maar waar.
Onze stiefvader ziet ons nauwelijks staan.
Ik kon nauwelijks wat verstaan.
Ze at nauwelijks iets.
Het is zo ingewikkeld dat ik het experiment nauwelijks begreep.
Wij zien weinig meer dan silhouetten.
Hij kan nauwelijks zijn naam schrijven.
Ik kan zijn verhaal nauwelijks geloven.
We hebben nauwelijks genoeg tijd om te ontbijten.
Ik kon de pijn nauwelijks verdragen.
Ik heb nauwelijks nog wat geld over.
De gewonde soldaat kon amper lopen.
Mijn vader hield niet echt van mij.
Ik kon nauwelijks zien wie wie was.
Tom leeft nauwelijks.
Tom maakt zelden fouten.
Ik kan mijn ogen bijna niet geloven.
- Ze kon de eenzaamheid nauwelijks verdragen.
- Ze kon de eenzaamheid moeilijk verdragen.
Ik heb weinig kennis van biochemie.
De gewonde soldaat kon amper lopen.
Ik kan maar amper een paar stappen zetten... ...in deze diepe modder.
Ik kan mijn been nu nauwelijks bewegen.
Sommige houden een winterslaap om energie te sparen.
...die amper kan zien.
en moed heeft Soult nauwelijks een meerdere".
Ik kan mijn ogen nauwelijks geloven.
Tom kon nauwelijks verstaan wat Mary zei.
We hebben nauwelijks genoeg tijd om te ontbijten.
- Ik kan niet wachten om je weer te zien.
- Ik kijk ernaar uit u weer te zien.
Ik kan nauwelijks begrijpen wat hij zegt.
Ik kan mijn ogen bijna niet open houden.
Ik kan nauwelijks geloven dat je hier bent.