Translation of "Ansteckend" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Ansteckend" in a sentence and their dutch translations:

Sehr ansteckend.

Heel besmettelijk dus

- Lachen ist ansteckend.
- Das Lachen wirkt ansteckend.

Lachen is besmettelijk.

Lachen ist ansteckend.

Lachen is besmettelijk.

Erkältungen sind ansteckend.

Een verkoudheid is besmettelijk.

Das Masernvirus ist sehr ansteckend.

Het mazelenvirus is zeer besmettelijk.

- Enthusiasmus steckt an.
- Enthusiasmus ist ansteckend.

Enthousiasme is besmettelijk.

Hab keine Angst, diese Krankheit ist nicht ansteckend.

- Heb geen angst. Die ziekte is niet besmettelijk.
- Wees niet bang. Die ziekte is niet besmettelijk.

Wissenschaftler nutzen sie um zu beschreiben, wie ansteckend eine Krankheit ist.

Wetenschappers gebruiken het om aan te tonen hoe besmettelijk een ziekte is.

Und Wissenschaftler glauben das man in der meisten Zeit in dieser Periode bereits ansteckend ist.

Wetenschappers denken dat je besmettelijk kunt zijn tijdens het grootste gedeelte van deze periode.

Man kann ansteckend sein und den Virus über mehrere Tage bis zu 2 Wochen verteilen,

Je kunt geïnfecteerd zijn en dus voor een lange tijd onbewust anderen besmetten,