Examples of using "„nach" in a sentence and their dutch translations:
...vroeg in de jaren 60.
Denk er eens over na.
Na het werk ga ik meteen naar huis.
Naar beneden?
En uiteindelijk...
- Gij eerst.
- Ga jij maar eerst.
Na u!
Sla linksaf!
Naar het zuiden.
Na het werk ga ik meteen naar huis.
- Check dat.
- Controleer dat.
Je ruikt naar kak.
Je moet naar huis gaan.
We gingen naar Boston.
We gingen naar Barcelona.
Kijk vooruit.
Herhaal wat ik zeg, alstublieft.
Dit ruikt naar kaas.
Kom naar huis.
We gingen naar Boston.
Na het werk ga ik meteen naar huis.
Ga nu naar huis.
Zij gaat naar Brussel.
Ik ga vaker naar Brussel dan naar Parijs.
Zondag komt na zaterdag.
Tom keek naar beneden.
Ging je naar Caïro of Alexandrië?
Ik ga naar huis.
- Ik rende naar huis.
- Ik ben naar huis gerend.
Kom terug naar huis.
Ben jij gisteren na school direct naar huis gegaan?
Zondag komt na zaterdag.
- Denk er eens over na.
- Denk erover na.
- Denk eens na.
- Denk na.
Het ruikt naar vis.
...naar Rocha brachten.
24 naar huis .
- Denk er eens over na.
- Denk er eens over na als je wil.
- Denk er eens over.
Controleer dat.
Ga naar huis!
Kijk achter je!
Kom naar buiten.
Enkel op afspraak.
Schiet op!
Kom naar huis!
- Vooruit!
- Voorwaarts!
- Ik zal me later bij jullie aansluiten.
- Ik kom later.
Naar het zuiden.
Herhaal na mij!
Denk er eens over na.
- Denk!
- Denk na!
Het smaakt naar kip.
Zoek het op!
Kom naar beneden!
Ben jij gisteren na school direct naar huis gegaan?
Laten we teruggaan en andere aanwijzingen zoeken.
We kunnen emoties bekijken in termen van competentie in plaats van gender.
- Ze ging naar binnen.
- Ze is naar binnen gegaan.
- Hij verhuisde naar Tokyo.
- Hij is naar Tokyo verhuisd.
- Haast je naar huis.
- Kom snel naar huis.
Neem Tom mee naar huis.
Denk er eens over na.
Ze ging naar huis.
- Zij verhuisde naar Duitsland.
- Ze is naar Duitsland verhuisd.
Hij verhuisde naar Duitsland.
- Hij wil naar Amerika.
- Hij wil naar Amerika gaan.
Controleer dit eens!
Ken zocht je.
Tom is thuisgekomen.
Hij ging naar Amerika.
Ik ga naar Kyoto.
- Ik ben teruggegaan naar Japan.
- Ik keerde naar Japan terug.
- Je kan maar beter naar huis gaan.
- Je kunt beter naar huis gaan.
- Ik ben teruggegaan naar Japan.
- Ik ging terug naar Japan.
- Ik ben naar Japan teruggegaan.
Ik ga naar huis.
Na regen komt zonneschijn.
Het komende jaar ga ik naar Mainz en dan naar Keulen.
Ze keerde terug naar Japan.
Leert Tom na het avondmaal?
- Alle wegen leiden naar Rome.
- Er zijn vele wegen die naar Rome leiden.