Examples of using "Sucreries" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben een zoetekauw.
Mijn zus houdt van snoep.
Te veel zoetigheden maken dik.
- Hij houdt van snoepjes.
- Hij houdt van snoep.
- Hij houdt van zoetigheden.
Mijn zus houdt van snoep.
Te veel zoetigheden maken dik.
Ik heb een zwak voor zoetigheden.
Te veel zoetigheden maken dik.
Over het algemeen houden kinderen van zoetigheid.
- Ik hou van bonbons.
- Ik hou van snoepjes.
- Ik hou van snoep.
Snoep niet tussen de maaltijden.
Ik ben een zoetekauw.