Examples of using "Rond" in a sentence and their dutch translations:
Zij heeft een rond gezicht.
Hij heeft een rond gezicht.
Slik dat ronde snoep niet in.
Er klopt iets niet met die rekenmachine.
Ik kan een paar kleine visjes zien rondzwemmen in het water.
Hij is ladderzat.
De leerlingen zitten in een kring.
- Ik heb geen rooie cent.
- Ik heb geen stuiver.
- Dat zal je geen cent kosten.
- Het kost je geen cent.