Examples of using "Réjouis" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben er erg blij mee.
Ik verheug me op de overplaatsing.
Ik ben zo blij voor je.
Het doet mij plezier met u te kunnen werken.
Ik ben zo blij voor je.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.
- Ik ben blij je weer te ontmoeten.
Ik ben blij u te zien.
Ik ben blij dat je er niet was.
- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.
Ik ben blij dat je hier bij mij bent.
Ik verheug me op mijn verjaardag.
Ik ben echt blij dat je hier bent.
Ik kijk ernaar uit je in april te zien.
Ik kijk ernaar uit.
Ik kijk er naar uit om met Kerstmis in Australië te zijn.
Ik ben blij u weer te zien.
Ik ben blij te horen dat je ondanks de kou niet verkouden bent geworden.
Dat hoor ik graag.
- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.
Dat hoor ik graag.
- Het doet mij plezier dat ge terug zijt.
- Het verheugt me je terug te zien.
Ik ben heel blij je te zien.
Ik ben echt blij dat je hier bent.
Ik ben echt blij dat je hier bent.