Translation of "Quatorze" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Quatorze" in a sentence and their dutch translations:

J'ai quatorze ans.

Ik ben veertien jaar oud.

- Deux fois sept égale quatorze.
- Deux fois sept font quatorze.

- Twee maal zeven is veertien.
- Twee keer zeven is veertien.

Deux fois sept font quatorze.

- Twee maal zeven is veertien.
- Twee keer zeven is veertien.

Tom avait seulement treize ou quatorze ans à l'époque.

Tom was toen nog maar dertien of veertien jaar oud.

Tom a dit qu'il voulait être là avant quatorze heures trente.

Tom zei dat hij daar voor halfdrie wilde zijn.

Dix, onze, douze, treize, quatorze, quinze, seize, dix-sept, dix-huit, dix-neuf, vingt.

Tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig.

Qui n'avaient pas survécu à la marche. Il avait été le dernier enfant survivant de Lefebvre… de quatorze ans.

die de mars niet hadden overleefd. Hij was het laatste overlevende kind van Lefebvre geweest… van veertien.