Translation of "Prénom" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Prénom" in a sentence and their dutch translations:

Quel est son prénom ?

Hoe heet hij?

Comment prononces-tu ton prénom ?

Hoe spreek je je voornaam uit?

Elle a un prénom rare.

Ze heeft een zeldzame voornaam.

Je n'aime pas ton prénom.

Ik vind je voornaam niet leuk.

Tom est un prénom courant.

Tom is een veelvoorkomende naam.

Sami prononçait son prénom « Shami ».

Sami sprak zijn voornaam uit als "Schami".

Avez-vous choisi le prénom de votre enfant ?

Hebben jullie een naam gekozen voor de baby?

Mon père m'a donné le prénom de sa tante.

Mijn vader heeft me naar zijn tante vernoemd.

- Comment faut-il prononcer votre prénom ?
- Comment se prononce ton prénom ?

- Hoe spreek je je voornaam uit?
- Hoe wordt je voornaam uitgesproken?

- Je sais ton prénom.
- Je connais ton nom.
- Je connais votre nom.

Ik weet wat jouw naam is.

Le prénom est un marqueur social dont le choix n'est pas sans conséquences.

De voornaam is een sociaal markeerpunt waarvan de keus niet zonder consequenties is.

- Je ne peux pas me rappeler son nom.
- Je n'arrive pas à me souvenir de son prénom.

Ik kan me haar naam niet herinneren.

Le prénom le plus donné aux garçons nouveaux-nés dans le département des Hauts-de-Seine est Mohamed.

- De voornaam die het meest wordt gegeven aan pasgeboren jongens in het departement Hauts-de-Seine is Mohamed.
- De populairste voornaam voor nieuwgeboren jongetjes in het departement Hauts-de-Seine is Mohamed.

- Il a un fils du nom de Jean.
- Il a un fils prénommé Jean.
- Il a un fils dont le prénom est Jean.

- Hij heeft een zoon die John heet.
- Hij heeft een zoon met de naam Johano.