Examples of using "Pleurait" in a sentence and their dutch translations:
- Ze huilde.
- Ze was aan het huilen.
Tom was aan het huilen.
Hij huilde.
Mama huilde.
- Ze weende bitter.
- Zij huilde bitterlijk.
- Mijn moeder huilde.
- Mijn moeder was aan het huilen.
Waarom huilde ze?
Maria huilde niet.
Ze huilde.
Hij huilde.
Iedereen huilde.
Tom huilde niet.
Mama huilde.
Huilde Tom niet?
- Ze weende terwijl ze de brief las.
- Zij huilde bij het lezen van de brief.
- Ze weende bitter.
- Ze huilde bittere tranen.
- Zij huilde bitterlijk.
Zij huilde steeds harder.
De baby huilde om eten.
Ze huilde bitter.
Nog een minuut en de baby huilde.
De koning vroeg het meisje om welke reden zij schreide.
Mijn vriendin was aan het huilen.
Mijn vriend was aan het huilen.
- Ze weende terwijl ze de brief las.
- Zij huilde bij het lezen van de brief.
Zij huilde bij het lezen van de brief.