Examples of using "Nageais" in a sentence and their dutch translations:
Ik zwom.
Jij zwom.
Ik zwom.
Ik was aan het zwemmen in de rivier.
- Ik zwom sneller toen ik jong was.
- Ik kon harder zwemmen toen ik jonger was.
- Ik zwom sneller toen ik jong was.
- Ik kon harder zwemmen toen ik jonger was.
- Ik zwom sneller toen ik jong was.
- Ik kon harder zwemmen toen ik jonger was.