Examples of using "L'enfant" in a sentence and their dutch translations:
Het kind zingt.
Het kind kan lopen.
Het kind is vies.
Het kind is bang in het donker.
- Het kind heeft verlatingsangst.
- Het kind is bang om verlaten te worden.
Ze zochten allen naar het vermiste kind.
Het kind streelt de kat.
Het kind weent al niet meer.
Het kind schilderde bloemen.
Zij boog zich over het kind.
Het kind sprong op het bed.
- De jongen schrijft.
- De jongen is aan het schrijven.
Het kind komt huilend thuis.
- Het kind tekende een bolvormige driehoek.
- Het kind tekende een boldriehoek.
Moeder en kind deden het goed.
De jongen spreekt alsof hij een man is.
Het kind komt huilend thuis.
Het kind wilde niet terug naar huis.
Wees geen kind.
Door de storm konden we het vermiste kind niet zoeken.
- Laat het kind niet met het mes spelen.
- Laat het kind niet spelen met het mes.
Het kind is helemaal gezond geboren.
Het was verrassend te zien hoe snel het kind groeide.
Hij redde het kind uit het brandende huis.
Het kind, wiens speelgoed ik zoek, is mijn zoon.
Hij redde het kind met gevaar voor eigen leven.
Tom is de slimste jongen in onze klas.
Want het kind kan geen job vinden als het die taal spreekt.
Het was verrassend te zien hoe snel het kind groeide.
Het kind had een woedeaanval omdat hij het speeltje wilde hebben.
Goede voeding is essentieel voor de groei van een kind.
- Het kind is in een plas gevallen, en is heel vuil geworden.
- Het kind is in een plas gevallen, en heeft zich erg bevuild.
- De jongen groef een graf voor zijn hond die gestorven was.
- De jongen groef een graf voor zijn dode hond.
kunnen kinderen nieuwe klanken horen zoals wij later niet meer kunnen.
De hond die het kind had gebeten werd kort nadien gevangen.
Het gezicht van het kind straalde als de zon toen hij de kerstman zag.
De jongen opende het venster, hoewel zijn moeder het hem verboden had.
Ik ken dat kind, dat het dichtst bij de deur zit.
- Doe niet zo kinderachtig.
- Wees niet zo kinderachtig.