Translation of "L'étranger" in Dutch

0.011 sec.

Examples of using "L'étranger" in a sentence and their dutch translations:

- Je veux aller à l'étranger.
- J'aimerais aller à l'étranger.
- J'aimerais me rendre à l'étranger.

Ik wil naar het buitenland.

J'étudie à l'étranger.

Ik studeer in het buitenland.

- Je veux partir à l'étranger.
- Je veux aller à l'étranger.

Ik wil naar het buitenland.

J'aimerais aller à l'étranger.

Ik wil naar het buitenland.

Je pars à l'étranger.

Ik ga naar het buitenland.

- J'étais en vacances à l'étranger.
- J'ai passé les congés à l'étranger.

- Ik ben in het buitenland op vakantie geweest.
- Ik was op vakantie in het buitenland.
- Ik heb de vakantie in het buitenland doorgebracht.

- Je pense aller à l'étranger.
- Je songe à me rendre à l'étranger.

Ik denk erover naar het buitenland te gaan.

- C'est votre premier voyage à l'étranger ?
- Est-ce votre premier voyage à l'étranger?
- Est-ce ton premier voyage à l'étranger ?

Is dit je eerste reis in het buitenland?

Je pense aller à l'étranger.

Ik denk erover naar het buitenland te gaan.

Elle a voyagé à l'étranger.

Ze heeft in het buitenland gereisd.

Il aime voyager à l'étranger.

Hij reist graag naar het buitenland.

Il a étudié à l'étranger.

Hij studeerde in het buitenland.

Je veux étudier à l'étranger.

Ik wil in het buitenland studeren.

Malheureusement, elle réside à l'étranger.

Jammer genoeg woont ze in het buitenland.

Aimerais-tu aller à l'étranger ?

Zoudt ge graag naar het buitenland gaan?

Il est allé à l'étranger.

Hij ging naar het buitenland.

J'étais en vacances à l'étranger.

Ik was op vakantie in het buitenland.

J'ai beaucoup d'amis à l'étranger.

Ik heb veel vrienden in het buitenland.

Je vais souvent à l'étranger.

Ik ga vaak naar het buitenland.

- Je n'ai jamais été à l'étranger.
- Je ne me suis jamais rendu à l'étranger.

- Ik ben nooit in het buitenland geweest.
- Ik ben nog nooit in het buitenland geweest.

- Si j'étais riche, j'irais à l'étranger.
- Si j'étais riche, je me rendrais à l'étranger.

Als ik rijk was, zou ik naar het buitenland gaan.

Il vient de rentrer de l'étranger.

Hij is net vanuit het buitenland terug.

Nous devons les acheter à l'étranger.

We moeten deze uit het buitenland aankopen.

L'étranger parle assez bien le japonais.

De buitenlander spreekt redelijk goed Japans.

Il n'est jamais allé à l'étranger.

Hij is nog nooit in het buitenland geweest.

Mon rêve est d'étudier à l'étranger.

Mijn droom is om in het buitenland te studeren.

Évidemment, son père est à l'étranger.

Kennelijk is zijn vader in het buitenland.

Je vais à l'étranger cet été.

Ik ga deze zomer naar het buitenland.

Il est revenu hier de l'étranger.

Hij kwam gisteren terug uit het buitenland.

Il a décidé d'aller à l'étranger.

Hij besloot naar het buitenland te gaan.

Le criminel fut banni à l'étranger.

De misdadiger werd naar het buitenland verbannen.

Vous devez les acheter à l'étranger.

Koop die in het buitenland.

Ils doivent les acheter à l'étranger.

Ze kopen ze waarschijnlijk in het buitenland.

Si j'étais riche, j'irais à l'étranger.

Als ik rijk was, zou ik naar het buitenland gaan.

Les espérantistes voyagent souvent à l'étranger.

Esperantisten reizen vaak naar vreemde landen.

Je n'ai jamais été à l'étranger.

- Ik ben nooit in het buitenland geweest.
- Ik ben nog nooit in het buitenland geweest.

Il se rend chaque année à l'étranger.

Hij gaat ieder jaar naar het buitenland.

Mon père se rend parfois à l'étranger.

Mijn vader gaat soms naar het buitenland.

Un ami à moi étudie à l'étranger.

Een vriend van mij studeert in het buitenland.

Il étudiait dans une université à l'étranger.

Hij heeft in een buitenlandse universiteit gestudeerd.

Il aime voyager à l'étranger par avion.

Hij reist graag naar het buitenland met het vliegtuig.

Elle économise de l'argent pour aller à l'étranger.

Ze spaart om naar het buitenland te trekken.

Son souhait est d'étudier à l'étranger, un jour.

Ze wenst op een dag in het buitenland te studeren.

Combien de temps es-tu resté à l'étranger ?

Hoe lang was je in het buitenland?

Il vécut à l'étranger pendant de nombreuses années.

Hij heeft vele jaren in het buitenland gewoond.

Elle a finalement décidé de partir à l'étranger.

Uiteindelijk heeft ze beslist om naar het buitenland te vertrekken.

Ses conseils m'ont influencé pour partir à l'étranger.

Haar raad heeft mij ertoe aangezet naar het buitenland te gaan.

Tom vit depuis déjà trois ans à l'étranger.

Tom woont al drie jaar in het buitenland.

- D'après ce qu'on dit, son père serait mort à l'étranger.
- On dit que son père serait mort à l'étranger.

Naar men zegt, zou zijn vader in het buitenland overleden zijn.

- En général, il faut un passeport pour partir à l'étranger.
- Pour voyager à l'étranger, on a habituellement besoin d'un passeport.

Om naar het buitenland te reizen heeft men meestal een internationaal paspoort nodig.

- J'ai parlé à mes parents de mon projet d'aller étudier à l'étranger.
- J'ai parlé à mes parents d'étudier à l'étranger.

Ik heb met mijn ouders gesproken over studeren in het buitenland.

Les circonstances ne m'ont pas permises d'aller à l'étranger.

De omstandigheden lieten mij niet toe naar het buitenland te gaan.

Mon père va partir à l'étranger la semaine prochaine.

Mijn vader gaat volgende week naar buitenland.

Je voudrais bien un jour me rendre à l'étranger.

Ik zou graag ooit eens naar het buitenland trekken.

Elle a longtemps parlé de ses expériences à l'étranger.

Ze praatte lang over haar ervaringen in het buitenland.

On dit que son père serait mort à l'étranger.

Naar men zegt, zou zijn vader in het buitenland overleden zijn.

Il travaille dur dans le but d'étudier à l'étranger.

Hij werkt hard zodat hij in het buitenland kan studeren.

L'étranger parle le japonais comme si c'était sa langue natale.

De vreemdeling spreekt Japans alsof het zijn moedertaal was.

D'après ce qu'on dit, son père serait mort à l'étranger.

- Naar men zegt, zou zijn vader in het buitenland overleden zijn.
- Men zegt dat zijn vader overleden is in een vreemd land.

Nous sommes venus ici lorsque notre père travaillait à l'étranger.

We zijn naar hier gekomen toen onze vader in het buitenland werkte.

Quand j'étais à l'étranger, j'ai rendu visite à ton oncle.

Toen ik in het buitenland was, heb ik uw oom bezocht.

Si je devais aller à l'étranger, je choisirais la France.

Als ik naar het buitenland zou moeten gaan, dan zou ik Frankrijk kiezen.