Examples of using "J'ignore" in a sentence and their dutch translations:
Ik weet niet wie u bent.
- Ik heb geen idee hoe ze dat verwezenlijkt hebben.
- Ik heb geen idee hoe ze dat voor elkaar gekregen hebben.
Ik weet niet waarom ik dat heb gedaan.
Ik weet niet wanneer hij komt.
Ik weet niet waar ze zijn.
Ik weet niet of hij het weet.
Ik weet nu niet wat te doen.
Ik weet niet wat ik moet verwachten.
Ik weet gewoon niet wat te doen.
Ik weet niet waar te beginnen.
Ik weet niet wie u bent.
Ik weet niet wat er gebeurt.
Ik weet niet wat we gaan doen.
Ik weet niet waar je naartoe gaat.
- Ik weet niet waarom ik het deed.
- Ik weet niet waarom ik het heb gedaan.
Ik weet niet wanneer hij hier zal zijn.
Ik weet niet waar hij is.
- Ik heb geen idee hoe ze dat verwezenlijkt hebben.
- Ik heb geen idee hoe ze dat voor elkaar gekregen hebben.
Ik weet niet wat er gebeurd kan zijn.
Ik voel me in de war, maar ik weet niet waarom.
...maar ik weer niet waar ze heen is gegaan.
Ik weet niet hoelang die daar al zit.
Ik weet niet of je haar leuk vindt.
Ik weet niet wie de taart heeft gemaakt.
Mijn naam is Haas. Ik weet van niets.
Ik weet niet waarom je de waarheid niet verteld hebt.
Ik weet alleen niet of ze me ziek maken.
Ik weet het echt niet.
Ik weet niet wat dit woord betekent.
Ik weet het nog steeds niet.
Ik weet niet wat hier aan de hand is.
- Ik weet niet wat ik als volgende ga doen.
- Ik weet niet wat ik nu ga doen.
Ik voel me in de war, maar ik weet niet waarom.
- Ik weet niet waarom ik dat deed.
- Ik weet niet waarom ik dat heb gedaan.
Ik weet niet wat ik nu wil.
Wat niet weet, wat niet deert.
Ik weet niet of ik tijd zal hebben om het te doen.
Ik weet niet waarom je de waarheid niet verteld hebt.
Ik weet niet wie u bent.
Ik weet alleen niet hoelang dit hier al is.
- Ik ken zijn naam niet.
- Ik weet zijn naam niet.
Ik ken de waarheid niet.
Het lijkt erop dat jij iets weet dat ik niet weet.
Ik weet niet waar ze zijn.
Ik weet niet waar hij woont.
Het probleem is dat ik niet weet hoelang hij hier al ligt...
Ik weet niet hoe oud ik ben.
Ik weet niet of hij het weet.
Ik weet niet wat dat is.
Ik weet niet wanneer hij komt.
Ik weet niet of hij dokter is.
- Ik weet niet waar je het over hebt.
- Ik weet niet waar u het over hebt.
- Ik weet niet waar jullie het over hebben.
Ik heb geen idee waarom hij huilt.
Ik ken geen Engels.
Ik weet niet waar je naartoe gaat.
Ik weet gewoon niet wat te doen.
- Ik weet het nog niet.
- Ik weet het nog steeds niet.
- Ik weet niet of hij dokter is.
- Ik weet niet of hij een dokter is.
En ik weet niet hoelang het duurt om het wrak te bereiken in die richting.
Ik weet niet waar mijn horloge is.
Ik weet niet hoe ik het deed. Wat belangrijk is, is dát ik het deed.
Ik weet niet wanneer ik de tijd zal hebben om de rest van het boek te lezen.
Ik weet niet wie mijn moeder is.
Ik weet niet of hij komt of niet.
Ik ben alleen niet helemaal zeker hoe sterk het is. Hoelang 't er al is.
Ik weet niet wat ik nu moet doen.
Ik weet niet of ik genoeg geld heb.
Ik weet niet wat je wilt doen.
Ik weet niet of ik het kan doen.
Ik weet niet of hij dood of levend is.
Ik weet niet wat ik zonder jou zou aanvangen.
Ik ken haar naam niet.