Examples of using "Invitées" in a sentence and their dutch translations:
Ze zijn onze gasten.
Jullie zijn niet uitgenodigd.
We hebben hen voor het diner uitgenodigd.
Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.
- Was je uitgenodigd?
- Was u uitgenodigd?
- Waren jullie uitgenodigd?
Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.