Examples of using "Dispose" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb een assistent.
- Ik heb een assistente.
Ik heb geld.
Tom heeft geld.
De mens wikt, God beschikt.
Ik heb een woordenboek.
De mens wikt, God beschikt.
Ik heb een sleutel.
Ik heb tijd.
Ik heb immuniteit.
De mens wikt, God beschikt.
Ik heb je planning hier liggen.
Elke student heeft een kluisje.
- Hij heeft veel geld.
- Hij beschikt over veel geld.
Hoeveel advocaten heeft Tom?
heeft nog grote hoeveelheden landbouwgrond beschikbaar
Ik heb geld.
Zodra ik het heb, stuur ik het naar je door.
Ik heb een auto.
Duitsland heeft geen minimumloon.
Ik heb een visum.
- Hij heeft geld.
- Hij bezit geld.
Ik heb bewijzen.
Ik heb tijd.
Ik heb een fiets.
Ik heb een paard.
Hij heeft een video.
- Ik heb zeker het verkeerde nummer.
- Het lijkt erop dat ik het verkeerde nummer heb.
Ik heb genoeg geld.
Ik heb veel vrienden.
Ik heb weinig geld op het moment.
Hij heeft een auto.
Ik heb veel geld.
Ik heb geen potloden.
Hij heeft geen computer.
Ik heb slechts vijftig meter touw.
Ik heb wat geld.
Ik heb een geweer.
Ik heb een scherp mes.
Ik heb geen enkel bewijs.
Hij heeft genoeg geld.
- Ik heb eigenlijk geen vuurwapen.
- Ik heb eigenlijk geen pistool.
Ik heb geen geld om dat boek te kopen.
Ik heb een woordenboek.
Ik heb tijd.
En dan krijg je een prachtig tijdsvenster van tien, vijftien minuten.
Ik heb een vrachtwagen.
Ik heb een computer.
Hij heeft zijn eigen kamer.
Ik heb niet genoeg geld om reclame te maken.
Liefde heeft geen kleur, liefde geeft kleur.
Ik heb geen auto.
Ik heb wat geld.
Vertel me alstublieft wat mijn opties zijn.
Hij heeft veel geld.
Zweden heeft zijn eigen taal.
Ik heb veel geld.
Kyoto heeft veel universiteiten.
Ik weet niet of ik genoeg geld heb.
Ik heb geen eten.
Heeft iemand hier een kurkentrekker?
Elk van zijn kinderen heeft een eigen kamer.
Ik heb geen geld om dat boek te kopen.
Ze heeft een grote kamer voor zich alleen.
Zweden heeft zijn eigen taal.
De kans op succes is groter als de zakenman van wanten weet en ook als hij meer geld tot zijn beschikking heeft.
Heeft iemand hier een kurkentrekker?
Ze heeft een grote kamer voor zich alleen.