Translation of "Dictionnaire " in Dutch

- Veux-tu me prêter ton dictionnaire ?
- Me prêterez-vous votre dictionnaire ?

Kun je mij je woordenboek lenen?

- Veux-tu me prêter ton dictionnaire ?
- Tu me prêtes ton dictionnaire ?

Leent ge mij uw woordenboek?

Sais-tu utiliser un dictionnaire ?

Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?

Puis-je utiliser ton dictionnaire ?

Mag ik je woordenboek even?

Puis-je utiliser ce dictionnaire ?

Kan ik dit woordenboek gebruiken?

- Puis-je emprunter ton dictionnaire ?
- Est-ce que je peux vous emprunter votre dictionnaire ?

- Mag ik jouw woordenboek lenen?
- Mag ik uw woordenboek lenen?

- Puis-je emprunter ton dictionnaire ?
- Est-ce que je peux vous emprunter votre dictionnaire ?
- Je peux t’emprunter ton dictionnaire ?
- Puis-je emprunter votre dictionnaire ?

Kan ik uw woordenboek lenen?

- Puis-je utiliser ton dictionnaire ?
- Puis-je utiliser ton dictionnaire?

- Mag ik je woordenboek even?
- Kan ik je woordenboek gebruiken?
- Mag ik je woordenboek gebruiken?

- Puis-je utiliser ton dictionnaire ?
- Puis-je utiliser votre dictionnaire ?

- Mag ik je woordenboek even?
- Kan ik je woordenboek gebruiken?
- Mag ik je woordenboek gebruiken?