Examples of using "Connaissait" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen kende elkaar.
Tom kende Maria niet.
Ze kende dat verhaal al.
Hij spreekt alsof hij alles weet.
Tom zei dat hij Maria kende.
- Tom zei dat hij jou niet kende.
- Tom zei dat hij u niet kende.
Iedereen in het dorp kende hem.
Hij spreekt alsof hij dat geheim kent.
Hij spreekt altijd alsof hij alles weet.
Klaarblijkelijk wist hij alles over mij.
Ze zei mij dat ze mijn broer kent.
Ik heb aan Tom gevraagd of hij Mary kent.
Ik heb hem gevraagd of hij haar goed kende.
Ik heb aan Tom gevraagd of hij haar goed kende.
Tom zei dat hij jou niet kende.
Tom zei dat hij u niet kende.
Het kan zijn dat hij de formule niet kende.
Iedereen in het dorp kende hem.
Zij deed net alsof ze mij niet kende.
Het schijnt dat niemand de waarheid kende.
Hoe vreemd het ook lijkt, hij wist het nieuws nog niet.
Napoleon wist dat Ney waard was in de strijd, en dat het leger hem aanbad ...
Hij spreekt alsof hij alles weet.
De lerares zei dat ze het antwoord op mijn vraag niet kende.
- Zijn nieuwsgierigheid kende geen grenzen.
- Hij had een grenzeloze nieuwsgierigheid.
- Kennelijk wist niemand hoe het zat.
- Het schijnt dat niemand de waarheid kende.
Hij deed net alsof hij mij niet kende.
"Vandaag is de melkboer begraven. Er was veel volk, want op het dorp kende iedereen hem." "O, is er in Linschoten een melkboer?" "Nou nee, nu dus niet meer!"