Translation of "Histoire" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Histoire" in a sentence and their dutch translations:

- Oublie cette histoire !
- Oubliez cette histoire !

Vergeet dat verhaal!

Quelle histoire !

Wat een gedoe!

Écoutez cette histoire.

Ik ga u een verhaaltje vertellen.

Poursuis ton histoire.

Ga verder met je verhaal.

Quelle étrange histoire !

- Wat een raar verhaal!
- Wat een bizar verhaal!

Quelle belle histoire.

Wat een mooi verhaal.

- Son histoire a l'air vraie.
- Son histoire semble vraie.

Zijn verhaal klinkt correct.

- Il inventa cette histoire.
- Il a inventé cette histoire.

Hij verzon dat verhaal.

- Je te dirai mon histoire.
- Je vous raconterai mon histoire.

- Ik zal u mijn verhaal vertellen.
- Ik zal jou mijn verhaal vertellen.

C'est une histoire incroyable.

Dat is een ongelofelijk verhaal.

Son histoire est vraie.

Zijn verhaal is waar.

Son histoire paraît bizarre.

- Zijn verhaal klinkt raar.
- Zijn verhaal klinkt vreemd.

Son histoire était intéressante.

Zijn verhaal was interessant.

J'aime bien ton histoire.

Ik hou van je verhaal.

C'est une belle histoire.

- Dat is een mooi verhaal.
- Dat is een leuk verhaal.

C'est une histoire vraie.

Het is een waargebeurd verhaal.

- Poursuis ton histoire.
- Poursuis.

- Vertel verder.
- Ga verder met je verhaal.

Quelle est leur histoire ?

Wat is hun verhaal?

C'est une histoire inspirante.

Het is een inspirerend verhaal.

Cette histoire est vraie.

- Dit is een waargebeurd verhaal.
- Dit verhaal is waar.

Son histoire était inventée.

Zijn verhaal was verzonnen.

Cette histoire semble vraie.

Dat verhaal lijkt waar te zijn.

Super histoire, mon vieux !

Wat een gaaf verhaal, maat.

- Son histoire nous amusa beaucoup.
- Son histoire nous a beaucoup amusés.

Zijn verhaal heeft ons erg vermaakt.

- Son histoire peut-elle être vraie ?
- Son histoire pourrait être véridique ?

Kan zijn verhaal waar zijn?

- Son histoire nous amusa beaucoup.
- Son histoire nous a beaucoup amusées.

Zijn verhaal heeft ons erg vermaakt.

- Plusieurs journaux ont publié cette histoire.
- Divers quotidiens ont publié cette histoire.
- Différents journaux ont publié cette histoire.

- Verschillende kranten publiceerden het verhaal.
- Verschillende kranten hebben het verhaal gepubliceerd.

- Elle me raconta une histoire intéressante.
- Elle m'a raconté une histoire intéressante.

Ze vertelde me een interessant verhaal.

- Il m'a raconté une histoire intéressante.
- Il m'a conté une histoire intéressante.

Hij vertelde mij een interessant verhaal.

- Il raconte toujours la même histoire.
- Il conte toujours la même histoire.

Hij vertelt altijd hetzelfde verhaal.

- Il m'a raconté une histoire intéressante.
- Il me raconta une histoire intéressante.

Hij vertelde mij een interessant verhaal.

Son histoire est devenue virale.

Belle's verhaal ging viraal.

Mais c’est une autre histoire.

maar dat is een ander verhaal.

Son histoire est-elle vraie ?

Is zijn verhaal waar?

Je te dirai mon histoire.

- Ik zal u mijn verhaal vertellen.
- Ik zal jou mijn verhaal vertellen.

C’est une histoire tellement triste.

- Het is een heel treurig verhaal.
- Het is zo’n triest verhaal.

Sa triste histoire m'a touché.

Zijn verdrietige verhaal raakte me.

Raconte-moi une belle histoire.

Vertel mij een mooi verhaal.

C'est une histoire très divertissante.

Dit is een heel boeiend verhaal.

C'est une toute autre histoire.

Dat is andere koek.

C'est une histoire de fous.

Dat is een ongeloofwaardig verhaal.

Italie a une histoire riche.

Italië heeft een rijke geschiedenis.

Elle connaissait déjà cette histoire.

Ze kende dat verhaal al.

- C'était une histoire très difficile à écrire.
- C'était une histoire difficile à écrire.

Het was een zeer moeilijk verhaal om te schrijven.

- Hier, j'ai lu une histoire vraiment intéressante.
- J'ai lu hier une histoire fort intéressante.

Gisteren heb ik een erg interessant verhaal gelezen.

- J'ai lu cette histoire dans un livre.
- J'ai lu cette histoire dans quelque livre.

Ik heb dat verhaal in een of ander boek gelezen.

J'ai obtenu mon doctorat en histoire,

Ik behaalde een PhD in geschiedenis,

Mes élèves veulent connaître cette histoire.

Mijn studenten willen deze geschiedenis leren kennen.

Vous avez déjà entendu cette histoire.

Je hebt dit verhaal eerder gehoord.

Pas de nouvelle histoire de réhabilitation !

Geen nieuw restauratieverhaal!

Et chaque crayon a son histoire.

en elk potlood heeft een verhaal.

Mais le message dans cette histoire,

Maar het punt is

S'il vous plaît, continuez votre histoire.

Gaat u verder met uw verhaal.

Son histoire peut-elle être vraie ?

Kan zijn verhaal waar zijn?

Chaque pays a sa propre histoire.

Elk land heeft zijn eigen geschiedenis.

C'est vraiment une assez bonne histoire.

Het is eigenlijk best een goed verhaal.

Son histoire est étrange, mais crédible.

Zijn verhaal is vreemd, maar geloofwaardig.

Elle me raconta une histoire intéressante.

Ze vertelde me een interessant verhaal.

- Poursuis ton histoire.
- Continuez votre récit.

- Ga door met je verhaal.
- Vertel verder.
- Ga verder met je verhaal.

Ils ont inventé une histoire invraisemblable.

Ze verzonnen een onwaarschijnlijk verhaal.

Son histoire nous a fait rire.

Zijn verhaal deed ons lachen.

- Quelle étrange histoire !
- Quelle drôle d'histoire !

- Wat een raar verhaal!
- Wat een bizar verhaal!

C'est la fin de mon histoire.

Dit is het eind van mijn verhaal.

Notre pays a une riche histoire.

Ons land heeft een rijke geschiedenis.

Personne ne croira à son histoire.

Niemand zal zijn verhaal geloven.

J'ai lu hier une histoire intéressante.

Gisteren las ik een interessant verhaal.

Quelqu'un peut-il confirmer votre histoire?

Kan iemand uw verhaal bevestigen?

Conte-moi une histoire pour m'endormir !

- Vertel me een bedverhaaltje.
- Vertel me een verhaaltje voor het slapengaan.

Cette histoire m'a brisé le cœur.

Dat was een hartverscheurend verhaal.