Examples of using "Voitti" in a sentence and their dutch translations:
Tom won.
Zij heeft gewonnen.
- Hij won de loterij.
- Hij heeft de loterij gewonnen.
Tom won de race.
Hij heeft de wedren gemakkelijk gewonnen.
- Wie won er?
- Wie heeft gewonnen?
Welke kant heeft gewonnen?
Die bofkont heeft net de loterij gewonnen.
Ken heeft tegen mij gewonnen met schaken.