Examples of using "Tuuli" in a sentence and their dutch translations:
De wind huilt.
De wind ging liggen.
De wind waait.
De wind is sterk.
De wind waait.
Het lijkt erop dat de wind sterker wordt.
Hij weet van waar de wind komt.
De wind groeit uit tot een storm.
Het waaide twee dagen geleden.
De wind is vandaag koud.
De wind verstomt ieder geluid.
De wind waait uit het westen.
- Het waaide twee dagen geleden.
- Het woei twee dagen geleden.
Door de wind zijn we zo'n 6 km ten westen van het wrak uitgekomen.
De bladeren ritselden in de zachte bries zodat de sterren glinsterden.