Examples of using "Soi" in a sentence and their dutch translations:
De wekker loopt af.
De telefoon gaat over.
De deurbel gaat.
Toms deurbel ging.
- Telefoon!
- Bel!
"De telefoon gaat over." "Ik zal hem wel opnemen."
De wekker loopt af.
Ik keek naar de televisie toen de telefoon belde.
Ik was een bad aan het nemen toen de telefoon ging.
Ik kon het dier zien grommen, ik hoor die grom nu nog.