Examples of using "Jalan" in a sentence and their dutch translations:
We reisden te voet.
Dat is beter. Ik trek mijn been eruit.
We moeten te voet verder.
Ze gaat te voet naar school.
Kunt u dit been optillen?
Tom gaat te voet naar school.
Sommigen gingen te voet, anderen gingen met de fiets.
Ik ga liever lopen dan de bus te nemen.