Examples of using "Tätä" in a sentence and their dutch translations:
- Je hebt dit nodig.
- U heeft dit nodig.
- Jullie hebben dit nodig.
Ruik dit.
- Hoe noem je dit?
- Hoe heet dit?
- Hoe noem je dit?
- Hoe heet dit?
Heb je dit boek nodig?
Kijk hier eens.
Zoals deze.
Breek hem hier.
Probeer dit.
Gebruik dit!
Proef dat eens.
Heb ik dit nodig?
Houd dit vast.
Ik zal dat nodig hebben.
- Ik ben dit boek aan het lezen.
- Ik lees dit boek.
Ik geloof dit niet.
Ik hou van deze stad.
Mag ik het eens passen?
Mag ik deze fiets gebruiken?
Deze zin niet vertalen!
Twijfel niet.
Kijk dit gebied eens.
Een soort grot. Kijk eens.
Laten we het proberen.
...zelfs op deze boom...
Kijk naar dit kunstwerk.
Tot vanavond.
Kijk naar deze foto.
Je bent er een deel van.
Mag ik dit aanraken?
Begrijp jij deze taal?
Ik haat deze school.
- Dat snap ik niet.
- Ik snap het niet.
Heeft u een blauwe?
Ik ben tegen het huwelijk.
Probeer dit snoepje eens.
Hoe noem je dit?
Ik kan deze zin niet vertalen.
Kun je dit opeten?
Laten we deze staafdiagram bekijken,
We kunnen een boom als deze gebruiken.
We kunnen een boom als deze gebruiken.
Dit wil je niet zelf proberen.
Luister, hoor je dat? Kijk.
Daar zat ze op te wachten.
Maar deze man niet.
Dit is nooit gebeurd.
Wie zingt dit liedje?
Ze noemen deze planeet 'Aarde'.
Ik begrijp dit woord niet.
- Spreek hierover met niemand.
- Zeg het tegen niemand.
Ik begrijp dit gedicht niet.
Ik kan deze zin niet begrijpen.
Ik heb dit nodig.
Hoe noem je deze vogel?
Deze auto wordt gebruikt door mijn vader.
- Houd deze koffer in de gaten.
- Hou deze koffer in de gaten.
Kan ik deze cd lenen?
Tom heeft dit restaurant aanbevolen.
Doet u dit iedere dag?
Is dit water drinkbaar?
Dit wezen wordt al eeuwen gevreesd.