Examples of using "Kouluun" in a sentence and their dutch translations:
Je kwam gisteren niet naar school.
- Ik wil niet naar school.
- Ik wil niet naar school gaan.
Ze gaat te voet naar school.
Hoe geraak jij op school?
Ik wil naar school gaan.
- Ik was te laat op school.
- Ik kwam te laat op school.
Mike gaat met de bus naar school.
Ik wil niet naar school.
Ik ga niet naar school op zondag.
Ik kwam Tom tegen toen ik naar school ging.
Ze moeten naar school gaan.
Ik ga niet naar school op zondag.
Hij vertrekt naar school om zeven uur.
Tom gaat te voet naar school.
Bezoek de school in Thame op Google Maps
Masako gaat gewoonlijk te voet naar school.
Hij komt vaak laat op school.
Tom kwam Mary tegen op weg naar school.
Hij komt altijd te laat op school.
- Ze wil niet meer naar school.
- Ze wil niet meer naar school gaan.
- Ik was te laat op school.
- Ik kwam te laat op school.
Vanmorgen lag de temperatuur onder nul, maar toch ben ik naar school gefietst.