Examples of using "Zombie" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben een zombie!
Hij is een zombie.
Tom verkleedde zich als een zombie.
Het schattige meisje werd gebeten door een zombiehond en werd een zombie.
Tom loopt als een zombie.
De zombie-apocalyps is nabij!
Tom verkleedde zich als een zombie.
Tom leek op een zombie.
Tom ziet eruit als een zombie.
Het schattige meisje werd gebeten door een zombiehond en werd een zombie.
Tom werd door een zombie gebeten.
Sami gedroeg zich als een zombie.
Waarom bekijk je alleen zombiefilms?
Layla kleedde zich als een zombie ballerina met Halloween.
Heb je ooit een zombie 's nachts ontmoet?
Sami's medicijnen zorgden ervoor dat hij zich als een wandelende zombie voelde.
Tom werd een zombie en toen beet hij Maria.
Na de dood van mijn man liep ik rond als een zombie.
Tom houdt van zombiefilms en bekijkt ze wanneer hij maar kan.
Alleen mensen die Minecraft spelen, weten wat zombievarkensmannen zijn.
Sami achtervolgde mensen in het park, gekleed als een zombie.
Wat zou je doen in het geval van een zombie-apocalyps?