Examples of using "Wizard" in a sentence and their dutch translations:
Ben je een tovenaar?
Tom is een tovenaar.
- Tom ging als tovenaar verkleed.
- Tom heeft zich als tovenaar verkleed.
Tom is een tovenaar.
De tovenaar zwaaide met zijn toverstokje, en verdween in het niets.
Tom speelt meestal als een schurk. Dit is de eerste keer dat hij als een magiƫr speelt.