Examples of using "Disappeared" in a sentence and their dutch translations:
Hij verdween.
Mijn fiets is verdwenen.
Ze verdween.
Hij verdween.
- Ze verdwenen.
- Zij zijn verdwenen.
- Tom is verdwenen.
- Tom verdween.
- Mennad is verdwenen.
- Mennad is vermist.
Yanni verdween.
Iemand zijn hond is verdwenen.
Hij is alweer verdwenen.
Het geld verdween.
- Tom is gewoon verdwenen.
- Tom is net verdwenen.
Sami's laptop verdween.
Mijn fiets is verdwenen.
Plotsklaps verdween ze.
Hij is spoorloos verdwenen.
De sneeuw is verdwenen.
Ze verdwenen.
Hij verdween.
Tom verdween.
Sami verdween.
De muggen zijn verdwenen.
Het plan verdween geruisloos.
Ze verdween in het donker.
- Hij is met de noorderzon vertrokken.
- Hij is spoorloos verdwenen.
- Hij is zonder enig spoor verdwenen.
Tom verdween het bos in.
Tom verdween achter het huis.
Tom verdween tussen de schaduwen.
Tom verdween in de tunnel.
Het schip verdween achter de horizon.
Haar zoon verdween zeven jaar geleden.
Dat tijdschrift verdween na zes jaar.
Tom verdween spoorloos.
Ze verdween langzaam in het nevelige bos.
De zon verdween voor goed achter de wolken.
Ik heb de verloren fiets teruggevonden.
Tom is verdwenen.
Mijn horloge is verloren gegaan.
- Het vliegtuig is in een oogwenk verdwenen.
- Het vliegtuig is plotseling verdwenen.
Het zou toch jammer zijn mocht zo een woord verdwijnen.
Hij verdween zonder een spoor achter te laten.
De tovenaar zwaaide met zijn toverstokje, en verdween in het niets.
Hij is weggekomen.