Examples of using "Vanished" in a sentence and their dutch translations:
- Tom is verdwenen.
- Tom verdween.
Wie is er verdwenen?
- Ze verdween.
- Ze is verdwenen.
Ze verdwenen.
Hij verdween.
Tom verdween.
Sami verdween.
Als wij vandaag zouden verdwijnen,
- Tom is spoorloos verdwenen.
- Tom verdween spoorloos.
Hij is spoorloos.
- Hij verdween zonder een woord te zeggen.
- Hij is verdwenen zonder een woord te zeggen.
- Hij is weggegaan zonder een woord te zeggen.
- Hij is ervandoor gegaan zonder een woord te zeggen.
Tom verdween zonder een woord te hebben gezegd.
Tom is verdwenen.
Hij verdween zonder een spoor achter te laten.
Hij verdween plotseling van de aardbodem en is nooit teruggevonden.
Tom verdween spoorloos.