Translation of "Trees" in Dutch

Plant trees!

Plant bomen!

- She plants trees.
- She is planting trees.

Ze is bomen aan het planten.

Fir trees are often used as Christmas trees.

Zilversparren worden vaak gebruikt als kerstbomen.

Monkeys climb trees.

Apen klimmen in bomen.

We love trees.

Wij houden van bomen.

She hugs trees.

Ze knuffelt bomen.

Trees are alive.

Bomen leven.

Trees are plants.

Bomen zijn planten.

I love trees.

Ik hou van bomen.

He planted trees.

Hij heeft bomen geplant.

Sami planted trees.

Sami heeft bomen geplant.

Sami climbs trees.

Sami beklimt bomen.

Trees make oxygen.

Bomen creëren zuurstof.

I planted trees.

Ik plantte bomen.

Lemons grow on lemon trees and oranges on orange trees.

Citroenen groeien aan citroenbomen en sinaasappels aan sinaasappelbomen.

Apples grow on trees.

Appels groeien op bomen.

Bears can climb trees.

Beren kunnen in bomen klimmen.

Many trees fell down.

Veel bomen zijn omgevallen.

The trees are green.

De bomen zijn groen.

They planted these trees.

Zij hebben deze bomen geplant.

They planted apple trees.

Zij hebben appelbomen geplant.

Cheetahs cannot climb trees.

- Cheeta's kunnen niet in bomen klimmen.
- Jachtluipaarden kunnen niet in bomen klimmen.

She is planting trees.

Ze is bomen aan het planten.

- Money does not grow on trees.
- Money doesn't grow on trees.

Geld groeit niet aan de bomen.

Silently soaring between the trees...

Stilletjes zweeft ze tussen de bomen...

We walked among the trees.

- We liepen tussen de bomen.
- We wandelden tussen de bomen.

The trees were very scarce.

De bomen waren erg schaars.

Money doesn't grow on trees.

Geld groeit niet aan de bomen.

The trees are in bud.

De bomen botten uit.

Spaghetti don't grow on trees.

Spaghetti groeit niet aan bomen.

Peach trees are in bloom.

De perzikbomen zijn in de bloei.

The wind gently kissed the trees.

De wind kuste de bomen teder.

Birds are flying above the trees.

- Vogels vliegen over de bomen.
- Er vliegen vogels over de bomen.

Birds are singing in the trees.

De vogels zingen in de bomen.

The wind blew the trees over.

De wind wierp de bomen omver.

The forest is full of trees.

Het bos staat vol bomen.

They sleep underneath the orange trees.

Ze slapen onder de sinaasappelbomen.

We cut trees with an axe.

We hakken bomen om met een bijl.

Birds make their nests in trees.

Vogels maken hun nesten in bomen.

These trees were planted by them.

- Deze bomen zijn door hen geplant.
- Het zijn zij die deze bomen geplant hebben.

He fells trees in the mountain.

Hij hakt bomen om op de berg.

Money does not grow on trees.

Geld groeit niet aan de bomen.

How long do Christmas trees last?

Hoe lang gaan de kerstbomen mee?

I cut the dead trees down.

Ik heb de dode bomen geveld.

The castle is surrounded by trees.

Het kasteel wordt omringd door bomen.

Our garden has two cherry trees.

Er staan twee kersenbomen in onze tuin.

- He can't see the forest for the trees.
- Because of these trees, he can't see the forest.
- The trees don't let him see the forest.

- Hij ziet door de bomen het bos niet meer.
- Hij ziet het bos niet door al die bomen.

- You can't see the forest for the trees.
- He can't see the forest for the trees.
- Because of these trees, he can't see the forest.

Hij ziet het bos niet door al die bomen.

- He can't see the forest for the trees.
- He can't see the wood for the trees.

- Hij ziet door de bomen het bos niet meer.
- Hij ziet het bos niet door al die bomen.

- The trees don't let him see the forest.
- He can't see the wood for the trees.

- Hij ziet door de bomen het bos niet meer.
- Hij ziet het bos niet door al die bomen.

- You can't see the forest for the trees.
- You can't see the wood for the trees.

Je kan door de bomen het bos niet zien.