Translation of "Christmas" in Dutch

0.016 sec.

Examples of using "Christmas" in a sentence and their dutch translations:

- Merry Christmas!
- Happy Christmas!

Zalig kerstfeest.

- Merry Christmas!
- Have a good Christmas.
- Happy Christmas!

- Vrolijk kerstfeest!
- Zalig kerstfeest.

- Christmas drew near.
- Christmas approached.

Kerstmis naderde.

- It's Christmas.
- Christmas is here.

Het is Kerstmis.

- Christmas is soon.
- Christmas is coming.
- Christmas is approaching.

- Kerstmis nadert.
- Kerstmis komt eraan.

- Tomorrow is Christmas Day.
- Tomorrow is Christmas.
- Tomorrow it's Christmas.

Morgen is het Kerstmis.

- Christmas is soon.
- Christmas is coming.
- Christmas is coming soon.
- Soon it will be Christmas.
- It'll be Christmas soon.
- It'll soon be Christmas.

Het is binnenkort kerstmis.

- Christmas is just around the corner.
- Christmas is soon.
- Christmas is coming.
- Christmas is approaching.
- Christmas is drawing near.
- Christmas is almost here.

Het is bijna kerst.

- Tomorrow is Christmas.
- Tomorrow it's Christmas.

Morgen is het Kerstmis.

- Christmas is coming.
- Christmas is approaching.

- Het is bijna kerst.
- Kerstmis nadert.
- Kerstmis komt eraan.

- Merry Christmas!
- Have a good Christmas.

- Vrolijk kerstfeest!
- Zalig kerstfeest.

- It's not Christmas.
- It isn't Christmas.

Het is geen Kerstmis.

- It's almost Christmas.
- It's almost Christmas!

Het is bijna kerst.

- Christmas is soon.
- Christmas is coming.

Kerstmis komt eraan.

- Christmas is just around the corner.
- Christmas is coming.
- Christmas is approaching.
- Christmas is drawing near.

Het is bijna kerst.

It's Christmas.

Het is Kerstmis.

Merry Christmas!

Zalig kerstfeest.

Christmas approached.

Kerstmis naderde.

Happy Christmas!

- Vrolijk kerstfeest!
- Zalig kerstfeest.

Fuck Christmas!

De pot op met Kerstmis!

- It's not Christmas today.
- Today's not Christmas.

- Vandaag is het geen Kerstmis.
- Het is vandaag geen kerst.

- Tomorrow is Christmas Day.
- Tomorrow is Christmas.

Morgen is het Kerstmis.

- Christmas is approaching.
- Christmas is drawing near.

Kerstmis nadert.

- Christmas is fast approaching.
- Christmas is coming soon.
- Christmas is rapidly approaching.

Kerstmis komt er snel aan.

- I love Christmas songs.
- I love Christmas carols.

Ik hou van kerstliedjes.

- It isn't Christmas yet.
- It's not Christmas yet.

- Het is nog geen kerst.
- Het is nog geen Kerstmis.

Christmas drew near.

Kerstmis naderde.

Merry Christmas, Tatoeba!

Vrolijk kerstfeest, Tatoeba!

I love Christmas.

- Ik hou van Kerstmis.
- Ik hou van kerst.

Tomorrow is Christmas.

Morgen is het Kerstmis.

Christmas is here.

Het is Kerstmis.

I hate Christmas.

- Ik haat Kerstmis.
- Ik haat kerst.

Today is Christmas.

Vandaag is het kerst.

Merry Christmas, everybody!

- Een vrolijke kerst aan iedereen.
- Een gelukkige kerst aan iedereen!

Christmas is coming!

Kerstmis komt eraan!

Tom hates Christmas.

Tom haat Kerstmis.

- Christmas Day is December 25th.
- Christmas is December 25th.

Kerstmis is op vijfentwintig december.

- Christmas is soon, right?
- Christmas is soon, isn't it?

Kerst komt eraan, nietwaar?

- Tom sent Christmas presents to us.
- Tom sent us Christmas presents.
- Tom sent Christmas gifts to us.
- Tom sent us Christmas gifts.

Tom stuurde ons kerstcadeaus.

- Tom sent Christmas presents to us.
- Tom sent us Christmas presents.
- Tom sent us Christmas gifts.

Tom stuurde ons kerstcadeaus.

- Tom is out shopping for Christmas gifts.
- Tom is out Christmas shopping.
- Tom is Christmas shopping.

Tom is kerstinkopen aan het doen.

- It's not Christmas, is it?
- It isn't Christmas, is it?

Het is toch geen Kerstmis, of wel?

- What's your favorite Christmas song?
- What's your favorite Christmas carol?

- Wat is je favoriete kerstlied?
- Wat is uw favoriete kerstlied?
- Wat is jullie favoriete kerstlied?

We're planning to have a Christmas party on Christmas Eve.

We zijn van plan om een kerstfeestje te houden op kerstavond.

- Christmas is a joyful time.
- Christmas is a happy time.

Kerstmis is een vrolijke tijd.

- I wish you a Merry Christmas.
- Have a good Christmas.

- Ik wens je een zalig kerstfeest.
- Ik wens u een zalig kerstfeest.

- Christmas is so close now.
- Christmas is around the corner.

- Kerstmis komt eraan.
- Het is nu bijna Kerstmis.

It's his Christmas present.

- Het is zijn kerstcadeau.
- Het is zijn kerstcadeautje.

Tomorrow is Christmas Day.

Morgen is het Kerstmis.

I love Christmas music.

Ik hou van kerstmuziek.

Have a good Christmas.

Heb een fijne kerst.

Why wait for Christmas?

Waarom wachten op Kerstmis?

I never liked Christmas.

Ik heb nooit van Kerstmis gehouden.

I don't celebrate Christmas.

Ik vier geen Kerstmis.

Christmas is soon, right?

Kerst komt eraan, nietwaar?

Christmas is fast approaching.

Kerstmis komt er snel aan.

I've always loved Christmas.

- Ik heb altijd van Kerstmis gehouden.
- Ik heb altijd van kerst gehouden.

Who doesn't like Christmas?

- Wie houdt er niet van Kerstmis?
- Wie houdt er niet van kerst?

It'll be Christmas soon.

Het is binnenkort kerstmis.

Christmas is rapidly approaching.

Kerstmis komt er snel aan.

See you at Christmas.

Tot ziens met Kerstmis.

Christmas is coming soon.

Kerstmis komt er snel aan.

Christmas is December 25th.

Kerstmis is op vijfentwintig december.

Are you celebrating Christmas?

- Vier je Kerstmis?
- Viert u Kerstmis?
- Vieren jullie Kerstmis?

Christmas shopping is stressful.

De kerstinkopen zijn stressvol.

I love Christmas carols.

- Ik hou van kerstliedjes.
- Ik hou van kerstliederen.

Tom is Christmas shopping.

Tom is kerstinkopen aan het doen.

Christmas is drawing near.

Kerstmis nadert.

It's Tom's Christmas present.

Het is Toms kerstcadeau.

Tom doesn't celebrate Christmas.

- Tom viert geen Kerstmis.
- Tom viert geen kerst.

That's a Christmas tree.

Dat is een kerstboom.

I'm sick of Christmas.

Ik ben Kerstmis beu.

Christmas is almost here.

Het is bijna kerst.

- Christmas is a week away.
- Christmas is just a week away.

Kerstmis is pas over een week.

- They married on Christmas Eve.
- They got married on Christmas Eve.

- Ze trouwden op kerstavond.
- Ze zijn op kerstavond getrouwd.

- I don't like Christmas any more.
- I don't like Christmas anymore.

Ik hou niet meer van Kerstmis.