Translation of "To have" in Dutch

0.020 sec.

Examples of using "To have" in a sentence and their dutch translations:

Known to have sparked life,

waarvan bekend is dat er leven ontstond,

I want to have fun.

- Ik wil plezier hebben.
- Ik wil me amuseren.
- Ik wil me vermaken.

I want to have it.

Ik wil het hebben.

We've got to have fun.

we moeten plezier hebben.

It's nice to have friends.

Het is leuk om vrienden te hebben.

We're going to have fun.

We zullen plezier hebben.

Sami loved to have fun.

Sami houdt ervan plezier te hebben.

You need to have breakfast.

Je hebt een ontbijt nodig.

- She is going to have a baby.
- She's going to have a baby.

Ze verwacht een kind.

- I am to have lunch with him.
- I'm scheduled to have lunch with him.
- I plan to have lunch with him.

Ik ben van plan samen met hem te lunchen.

- I want to have sex with him.
- I want to have sex with her.

Ik wil seks met hem hebben.

- She appears to have many friends.
- She appears to have a lot of friends.

Zij lijkt veel vrienden te hebben.

To have a good day everyday,

dat iedere dag een goede dag is,

You're too young to have alcohol.

Je bent te jong om alcohol te drinken.

It's practical to have a laptop.

Het is handig om een laptop te hebben.

I'd like to have a cat.

Ik zou graag een kat hebben.

I want to have my breakfast.

Ik wil mijn ontbijt.

She seemed to have been ill.

Zij is kennelijk ziek geweest.

She just wants to have fun.

Ze wil zich alleen maar vermaken.

I'm glad to have met you.

Ik ben blij je ontmoet te hebben.

I'd like to have some cigars.

Ik wil graag wat sigaretten.

What would you like to have?

Wat wil je hebben?

It's difficult to have great ideas.

Het is moeilijk goede ideeën te hebben.

Sorry to have kept you waiting.

Sorry dat ik u liet wachten.

I'm going to have a rest.

Ik ga wat rusten.

Women want to have sex too.

- Vrouwen willen ook neuken.
- Vrouwen willen ook seks hebben.

It's good to have you back.

Leuk dat je er weer bent.

I used to have a dog.

Ik heb een hond gehad.

What are you going to have?

Wat drink je?

I'd like to have a coffee.

Ik wil een kop koffie.

We're glad to have Tom back.

We zijn verheugd om Tom terug te hebben.

We're glad to have Tom here.

We zijn blij dat we Tom hier hebben.

Tom had to have brain surgery.

Tom moest een hersenoperatie ondergaan.

I want to have a kip.

Ik wil een dutje doen.

I'm ashamed to have done that.

Ik schaam me dat ik dat gedaan heb.

- He's lucky to have someone like you.
- He is lucky to have someone like you.

Hij boft dat hij jou heeft.

- Mary and I plan to have two children.
- Mary and I plan to have two kids.

Mary en ik zijn van plan twee kinderen te krijgen.

- We want everybody to have a good Christmas.
- We want everyone to have a good Christmas.

We willen dat iedereen een fijne Kerstmis heeft.

- You're not going to have to go alone.
- You aren't going to have to go alone.

Je hoeft niet alleen te gaan.

We tend to have very short memories.

lijken we een erg kort geheugen te hebben.

We want to have a good day,

We willen een goede dag hebben,

In order to have a better humanity,

Om een betere mensheid te hebben...

Well, I hope to have convinced you

Ik hoop jullie te hebben overtuigd

You need to have suffered some defeats

Je moet een aantal keer verslagen zijn...

I had to have a radical change.

Ik moest radicaal veranderen.

You seem to have gained some weight.

Je lijkt wat te zijn aangekomen.

I want to have sex with her.

Ik wil seks met haar hebben.

He seems to have lived in Spain.

Hij heeft, geloof ik, in Spanje gewoond.

Uncle Bob invited us to have dinner.

Oom Bob nodigde ons uit voor het avondeten.

He seems to have left the country.

Hij lijkt het land verlaten te hebben.

I want to have sex with him.

Ik wil seks met hem hebben.

I seem to have the wrong number.

- Ik heb zeker het verkeerde nummer.
- Het lijkt erop dat ik het verkeerde nummer heb.

There appears to have been a mistake.

Het lijkt erop dat er een fout is gemaakt.

I'm scheduled to have lunch with him.

Er is ingepland dat ik met hem ga lunchen.

He is said to have died here.

Naar het schijnt, is hij hier gestorven.

I plan to have lunch with him.

Ik ben van plan samen met hem te lunchen.

You ought to have done the homework.

Je zou je huiswerk moeten maken.

Would you like to have some tea?

Heb je zin in een kopje thee?

He used to have bread for breakfast.

Hij had de gewoonte brood te eten als ontbijt.

I want to have a little look.

Ik wil het graag zien.

Everyone aspires to have a better life.

Iedereen streeft naar een beter leven.

Jane seems to have a new boyfriend.

Jane heeft schijnbaar een nieuwe vriend.

I'm going to have a heart attack.

Ik krijg een hartaanval.