Translation of "Known" in Dutch

- I should have known!
- I should've known.
- I should have known.

Ik had het kunnen weten.

- I should've known.
- I should have known.

Ik had het kunnen weten.

You should've known.

Dat had je moeten weten.

- You should have known better.
- You should've known better.

Je zou beter moeten weten.

- He is known to everybody.
- He is known to everyone.

Iedereen kent hem.

And I should've known,

Ik had het kunnen weten,

- We have known her for years.
- We've known her for years.

We kennen haar al jaren.

- I have known John since 1976.
- I've known John since 1976.

Ik ken John al sinds 1976.

- His name is known to everyone.
- Her name is known to everyone.
- His name is known to all.

Zijn naam is bekend bij iedereen.

known to have sparked life,

waarvan bekend is dat er leven ontstond,

And 1.8 million known species.

en 1,8 miljoen bekende soorten.

known as the ‘Dark Ages’.

bekend als de 'donkere middeleeuwen'.

The cause wasn't immediately known.

De oorzaak was niet meteen bekend.

You should have known better.

Je zou beter moeten weten.

Tom is known for that.

Tom staat daar bekend om.

You've known her for years.

Je kent haar al jaren.

- We have known each other for years.
- We've known each other for years.

We kennen elkaar al jaren.

- I've known Jim since my childhood.
- I've known Jim since we were children.

Ik ken Jim sinds mijn jeugd.

- You should have known better.
- You should know better.
- You should've known better.

Je zou beter moeten weten.

- I should have known something was up.
- I should've known something was up.

Ik had moeten weten dat er iets aan de hand was.

- The song is well known to everybody.
- The song is well-known to all.
- The song is well-known to everyone.

Het liedje is heel bekend bij iedereen.

The matter made his name known.

Het voorval heeft zijn naam bekend gemaakt.

She may have known the answer.

Misschien wist zij het antwoord.

His name is known to everyone.

Zijn naam is bekend bij iedereen.

How long have you known Jack?

Hoelang ken je Jack al?

Hoover was well-known to Americans.

Hoover was bekend bij Amerikanen.

We've known each other for years.

We kennen elkaar al jaren.

I would have never known you.

Ik zou jou nooit hebben leren kennen.

Tom is well known in Australia.

Tom is bekend in Australië.

Have you known her since 1990?

Je kent haar sinds 1990?

He's known all over the world.

Hij is over de hele wereld bekend.

I have known John since 1976.

Ik ken John al sinds 1976.

His name is known to all.

Zijn naam is bekend bij iedereen.

I should've known it was you.

Ik had moeten weten dat jij het was.

Epinephrine is also known as adrenalin.

Epinefrine staat ook bekend als adrenaline.

Trump is known for his xenophobia.

Trump staat bekend om zijn xenofobie.

- I should've known Tom was behind this.
- I should have known Tom was behind this.

Ik had moet weten dat Tom hierachter zat.

The past can only be known, not changed. The future can only be changed, not known.

Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen.

- Tom and I've known each other for years.
- Tom and I've known each other for ages.

Tom en ik kennen elkaar al jaren.

- Had I known about it, I would have told you.
- Had I known it, I would have told you.
- If I had known about it, I would have told you.
- If I'd known it, I'd have told you.
- If I had known it, I would have told you.
- If I'd known it, I would've told you.

Als ik het had geweten, had ik het je wel verteld.

I've known it to break many people.

Veel mensen zijn eraan onderdoor gegaan.

Cheetahs are known as solitary, daytime hunters.

Jachtluipaarden staan bekend als eenzame jagers die overdag opereren.

The cause of the fire was known.

De oorzaak van de brand was bekend.

The writer is well known to us.

De auteur is ons welbekend.

We have known each other since childhood.

We kennen elkaar sinds we kinderen waren.

He is known as a great painter.

Hij is bekend als een groot schilder.

He may not have known the formula.

Het kan zijn dat hij de formule niet kende.

A tree is known by its fruit.

Aan de vruchten kent men de boom.

I've known him for a long time.

Ik ken hem al lang.

She is known as the Japanese Picasso.

Ze staat bekend als de Japanse Picasso.

I've known her for a long time.

Ik ken haar al lang.

We have known each other for years.

We kennen elkaar al jaren.

The song is well-known to all.

Het liedje is heel bekend bij iedereen.

I have known Tom all my life.

Ik ken Tom mijn hele leven.

That pianist is known for his technique.

Die pianist staat bekend om zijn techniek.

His face is known to many people.

Zijn gezicht is voor velen bekend.

He seems to have known the truth.

- Het lijkt alsof hij de waarheid geweten heeft.
- Hij leek de waarheid te kennen.