Examples of using "Tighten" in a sentence and their dutch translations:
- U moet de knoop strakker maken.
- U moet de knoop strakker trekken.
- Jullie moeten de knoop strakker maken.
- Jij moet de knoop strakker maken.
- Je moet de knoop strakker trekken.
Als je hem draait...
De thermos erdoor, vastmaken... ...en dan begraven we hem gewoon hier.