Examples of using "Suits" in a sentence and their dutch translations:
Groen staat je goed.
Zwart staat je goed.
Groen staat Alice goed.
Rood past bij jou.
Blauw staat je goed.
Ze droegen allemaal een pak --
Groen staat je erg goed.
Die das zit je echt goed.
Die korte haren staan haar werkelijk goed.
Die stropdas staat je erg goed.
Deze muziek past bij mijn huidige stemming.
maar voor zover ik weet, draagt geen één een pak.
Ik heb een auto gevonden die bij mijn leeftijd past!
Blauw staat je goed.
om het resultaat te krijgen dat ons het beste past.
Zwart staat je goed.
Je ziet er goed uit met je korte haar.
De schoen die één perfect past, knelt bij de ander. En zo heeft iedereen ook zijn maat van een bevredigend leven.