Examples of using "Shops" in a sentence and their dutch translations:
In de stad waren de winkels toe.
Zijn de winkels open op zaterdag?
De meeste winkels waren gesloten.
Hoe laat gaan de winkels open?
Omdat het zondag was, waren de winkels niet open.
Omdat het zondag was, waren de winkels niet open.
Er zijn een paar winkels naast mijn huis.
Er zijn heel weinig winkels en de bioscoop is vreselijk.
In de straat waren de meeste winkels gesloten.
Er zijn geen winkels in de omgeving van mijn huis.
Kan ze niet wachten tot de uitverkoop begint en de winkeliers hun producten afprijzen?
In de Nederlandse stad Maastricht zouden er 53 kerken moeten zijn; enkelen daarvan worden inmiddels als winkel, café of museum gebruikt.
In de Nederlandse stad Maastricht zouden er 53 kerken moeten zijn; enkelen daarvan worden inmiddels als winkel, café of museum gebruikt.