Examples of using "Bring" in a sentence and their dutch translations:
Breng wijn.
Haal hulp.
Breng eten.
Breng versterking.
Breng thee.
Breng mango's mee.
Breng je kinderen mee.
Neem uw kinderen mee.
Breng het hier.
Oorlogen brengen littekens.
Breng de sleutel.
Breng mijn hoed.
Breng hem naar binnen.
- Breng je vrienden mee.
- Laat je vrienden komen.
Neem je computer mee.
Breng een fototoestel!
We zullen Tom meebrengen.
We zullen haar brengen.
Breng onmiddellijk thee!
Breng een hoed.
Ze zullen Tom brengen.
Breng me dat.
Ik zal wijn brengen.
Breng hem naar binnen.
- Wat heeft Tom meegebracht?
- Wat heeft Tom meegenomen?
en ze erin meenemen.
Wat moet ik meenemen?
Vernietig alles.
Breng me het woordenboek.
Breng hem naar mij toe.
- Breng hem snel binnen.
- Breng het snel binnen.
Neem ons met je mee!
- Heb je het meegebracht?
- Hebben jullie het meegebracht?
- Heeft u het meegebracht?
Wat heeft Tom meegebracht?
Breng me wat water.
- Neem uw kinderen mee.
- Laat uw kinderen meekomen.
- Breng je kinderen mee.
- Wat heb je meegebracht?
- Wat bracht je mee?
- Wat heeft u meegebracht?
- Wat hebben jullie meegebracht?
Breng me de tijdschriften.
- Breng het mij.
- Breng het mee.
Breng mij de krant van vandaag.
Mag ik Tom meenemen?
Breng me de schaar.
Ik kan het brengen.
Wie zal ik meenemen?
Breng me nog een biertje.
Wat kan ik brengen?
Hebben jullie wijn meegebracht?
Breng mijn hoed.
Maakt geld gelukkig?
Breng je hond niet mee.
- Je mag meebrengen wie je maar wil.
- Je mag wie je maar wilt meenemen.
Breng het water aan de kook.
Zoals ik al zei: neem eten mee.
Breng uw broer mee.
Ik zal nog een handdoek brengen.
Breng me alsjeblief de loper.
Uw eigen bestek meenemen graag.
Breng mij de krant, alstublieft.
Draag alstublieft de tafel naar buiten.
Breng mij de krant van vandaag alstublieft.
Breng me iets te eten.
Breng je vrienden mee.
De wijsheid komt met de jaren.
Breng water met de emmer.