Examples of using "Affair" in a sentence and their dutch translations:
Dat is mijn eigen zaak.
Was er een affaire?
Het was een rare zaak.
Dat is mijn eigen zaak.
Layla had een lesbische affaire.
De zaak loopt goed af.
Deze zaak heeft me veel slapeloze nachten gekost.
Zij gaan de zaak onderzoeken.
- Er moet iemand iemand zijn, die achter deze zaak staat.
- Iemand moet achter deze zaak zijn.
- Er is vast iemand achter deze zaak.
Dat is een interne aangelegenheid van dit land.
Hij werd beschuldigd van liegen over die zaak.
Ik wil met deze zaak niets te maken hebben.
Sinds een jaar, heeft Sami een affaire.
Hij dacht dat zijn vrouw een affaire had met zijn beste vriend.
Omdat hij zich over de affaire schuldig voelde, biechtte hij alles op aan zijn vrouw.
Zou Koning Albert een geheime relatie hebben met Prinses Diana? Ik geloof van niet. Hij is te dik.
Ik heb niets met die zaak te maken.
Ik heb niets met de zaak te maken.
Ik heb niets met die zaak te maken.
- Ik heb niets met de zaak te maken.
- Ik heb niets met die zaak te maken.