Examples of using "Other's" in a sentence and their dutch translations:
De ene is nieuw. De andere is oud.
- Ze vlogen elkaar naar de keel.
- Ze vlogen elkaar naar de strot.
- Ze vlogen elkaar in de haren.
- Ze zaten elkaar in de haren.
- Ze lagen met elkaar in de clinch.
- Ze vlogen elkaar aan.
- Ze vliegen elkaar altijd naar de keel.
- Ze zitten elkaar altijd in de haren.
- Ze maken altijd ruzie.
Tom en ik dragen elkaars kleding.
Ze zijn niet helemaal op hun gemak met elkaars gezelschap.
Tom en Mary keken elkaar in de ogen.
Elke keer als ze met elkaar praten, zitten ze elkaar in de haren.
Het is niet alsof we vijanden zijn die elkaar naar de keel vliegen.
De ene is nieuw. De andere is oud.
We hebben twee katten; de ene is wit en de andere zwart.
"Ik groet u, beste ideegenoten, broeders en zusters uit het grote wereldwijde mensengezin, die van heinde en verre samengekomen zijt uit de meest diverse landen van de wereld om elkaar broederlijk de hand te drukken in de naam van een groot idee, dat ons allen verenigt ..."